Was de Broekpolder in de winter nog doorweekt, nu is het er kurkdroog. Paul van Vugt, chef van de onderhoudsploeg en lid van de Natuurkamer van de Federatie Broekpolder, legt uit hoe dat komt.
De polder ontvangt alleen regenwater. Toen het warme weer al in maart begon en er deze zomer weinig regen viel, droogden sloten en meertjes snel op. In droge zomers verdampt er meer water dan erbij komt. Door in het voorjaar de stuwen hoger te zetten, probeert men winterregen vast te houden, maar dat lukt maar deels. De meertjes zijn van nature al ondiep en zonder aanvulling krimpen ze flink. Het pompen van water uit de Vlaaringer Vaart staat het Hoogheemraadschap Delfland niet toe.
In de winter keert het probleem om: na een natte herfst blijven sommige stukken land langdurig onder water. Paden worden dan onbegaanbaar. Door de stuwen te verlagen probeert men het overtollige water af te voeren. Toch blijft regen die direct op het veld valt vaak staan door de kleiachtige bodem. Dat leidt tot moerassige gebieden, wat voor veel flora en fauna geen probleem is, maar bomen zoals eiken kunnen daar slecht tegen. Daarom is bijvoorbeeld de stuw bij het Steurpad verdiept.
De aanhoudende droogte heeft duidelijke gevolgen voor de natuur. In het overgebleven, sterk opgewarmde water is vissterfte opgetreden. Daardoor zijn visetende vogels zoals lepelaars en reigers tijdelijk uit het gebied verdwenen.
Toch brengt de droogte niet alleen schade met zich mee. Kale, uitgedroogde stukken grond bieden juist ruimte aan planten als klaproos, knoopkruid en Sint-Janskruid. Ook drooggevallen sloten trekken volop insecten en spinnen aan, wat weer goed is voor andere diersoorten.
Sommige planten, zoals orchideeën, overleven droge periodes ondergronds in knolvorm en komen later weer terug. En waar het nog wél nat is, profiteren soorten als Koninginnekruid, kattestaart en pijpenstrootje juist van de vochtige omstandigheden.
Foto's Mark Roestenburg Federatie Broekpolder